exportopmars gestuit door de natuur
Zo halverwege het exportseizoen 2018/2019 is de verwachting tot op de letter werkelijkheid geworden. Voor het eerst in de afgelopen vier jaar blijft de export van de Holland Onion met maar liefst 17% achter op de klinkende exportcijfers van vorig seizoen en zelfs op de twee seizoenen daarvoor. De exportcijfers zijn daarmee terug op het niveau van 2014.
Met 40% minder oogstopbrengst is dit ook een logisch gevolg. Het extreem droge voorjaar en zomer zorgen nog steeds voor een oververhitte uienmarkt. De prijzen zijn hoog, want de beschikbaarheid is laag. Door de hoge prijs van de Holland Onion en de 1,2 miljoen ton lagere opbrengst in Europa komen er momenteel onder andere Chinese uien aan de markt. Ook Nieuw-Zeelandse, Chileense, Argentijnse, Zuid-Afrikaanse en Egyptische uien zullen straks op de Europese markt liggen om in de ontstane tekorten te voorzien. De Hollandse ui zal zich met haar blinkend ronde bast volgend jaar opnieuw moeten bewijzen om het marktaandeel weer terug te winnen. Daarin ligt een gezamenlijke uitdaging.
De Holland Onion heeft zwaar te lijden gehad van de aanhoudende, extreme warmte en droogte. Het gewas heeft geen diep wortelend wortelgestel, waardoor het diepliggende water niet kan worden bereikt en de hitte zorgt ervoor dat verouderingsprocessen versnellen. Beregening – indien dat al mogelijk is – brengt dan de nodige kwaliteitsrisico’s met zich mee, terwijl tegelijkertijd het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen tegen de hoge insectendruk, anti-spruitvorming en bodemschimmels bijna onmogelijk was.
Cross-sectoraal denken
Wat de natuur ons duidelijk heeft gemaakt, is dat er strategisch belangrijke stappen moeten worden gezet, willen we goed kunnen blijven boeren en onze exportpositie als wereldleider kunnen behouden. Dit betekent plantveredeling op een sterk wortelgestel en een effectieve waterhuishouding. Duurzame spreiding van teeltgebieden, het nog beter wapenen van de bodem en ‘waterinclusief denken’. Denken in nieuwe kansen zoals we dat in Holland al eeuwen gewend zijn. De natuur heeft ons wakker geschud. Want in 2050 zijn er minstens 150 miljoen ton uien nodig bij een wereldbevolking van 10 miljard, tegenover een productie van zo’n 80 miljoen ton nu.
Dat het allemaal behoorlijk wat minder is, laat de top 20 over het eerste half jaar van het exportseizoen duidelijk zien. Ruim 14 landen staan hierop overduidelijk in de min ten opzichte van vorig exportseizoen. Van de verre exportbestemmingen van onze Holland Onion, laten alleen Haïti, Congo en de Dominicaanse Republiek een plus zien, waarmee de laatste bestemming voor het eerst in de top 20 belandt.
Groei in Europese afzet
Dichterbij huis plusten Groot Brittannië en Duitsland wel weer flink, omdat de oogstresultaten in deze beide uienproducerende landen even slecht waren als in Nederland. Hetzelfde kan geconstateerd worden in Polen, Finland, Noorwegen, Hongarije, Servië, Griekenland, Slowakije, Slovenië, Kosovo, Letland en Zwitserland. Opvallend is de zelfs verviervoudigde export naar Italië en de verdubbeling naar Tsjechië.