the Fellowship of the Holland Onion - deel 3
In het derde deel van onze nieuwe serie videoclips ‘The Fellowship of the Holland Onion’ zien we de opmars naar de eerste fase van het oogstproces. Nu de zomer ten einde loopt en de dagen korter worden, richt Co van den Dries zijn volle aandacht op de snel naderende uienoogst.
Het uiengewas is volop in bolvorming. Het is groeizaam weer, maar er zal nu geen nieuw groen loof meer worden gevormd. De uienbol zal nog sterk in omvang groeien en alle groeizame voedingsstoffen uit het resterende loof trekken, waarmee de hals steeds zwakker wordt. Het loof zal dan ook binnenkort gaan strijken.
Het is belangrijk om ook in deze periode zo vlak voor het strijken de bodemvochtigheid regelmatig te controleren en te beregenen wanneer dat nodig is. Over het algemeen hebben uien in deze fase zo’n 25 mm water per week nodig voor verdamping en een goede bolvorming die de opbrengst bepaalt. Als de regenval deze hoeveelheid niet levert, is beregening op maat nodig. Want ook de vochtvoorziening vanuit de capillaire werking is onvoldoende voor de cruciale groeiperiode die zich nu aandient.
Goed gevoed door de warme zon zijn Co’s uien weliswaar al mooi hoogrond, maar voor een goede opbrengst mogen ze best nog wel wat verder zwellen. Het neerslagtekort in de grond moet dan ook nu worden aangevuld.
De automatische beregeningshaspels zijn naar buiten gereden en uitgerold. De slang van de haspel wordt op een rijspoor tussen de uienbedden doorgetrokken. De sproeierwagen wordt automatische aangestuurd en besproeit het gewas met exact de benodigde hoeveelheid bronwater. Dat bronwater wordt uit Co’s eigen geslagen waterput gepompt. De installatie houdt rekening met alle perceelsgegevens zoals grenzen, geren en kopakkers. Op die manier komt al het water op het gewas en gaat er minder water verloren. De hogere druk op de sproeierkop geeft een fijnere nevel, met minder kans op korstvorming. De welkome, natte toegift verzekert de uienbollen van voldoende vocht en nutriënten voor hun laatste, en vanuit het oogpunt van opbrengst, cruciale groeifase. Omdat voldoende vocht op het juiste tijdstip de laatste seizoenen steeds belangrijker wordt onderzoekt de sector collectief nieuwe irrigatiesystemen naast de bekende haspelberegening, zoals irrigeren met een getrokken boom en druppelirrigatie.
Met voldoende vocht kunnen de uienbollen nog even ongestoord doorgroeien en uitdijen. En dan strijkt het loof. Het met het strijken reeds ingezette afsterven van de loofmassa zet nog zo’n 14 dagen geleidelijk door. De uienbol kleurt in die tijd langzaam rijp en toont zijn mooie goudgele bast, terwijl het leeggezogen loof langzaam zijn groene glans verliest. Het meeste loof heeft zijn werk gedaan en alleen het deel boven de uienbol krijgt nog een speciale rol in deze laatste groeifase.
Als het uienloof voor ongeveer de helft tot tweederde is verdroogd, kan bij droge omstandigheden met het loofmaaien (klappen) en rooien worden begonnen. Co doet dit in één werkgang. Het loof wordt op vuistdikte afgeklapt. Om infecties te voorkomen èn om de gerooide uien optimaal te drogen. De uienstaart functioneert als een soort ventiel tijdens het droogproces.
Het afgeklapte loof wordt geheel versnipperd via de zijafvoer naast het zwad geworpen. Daar begint het aan zijn laatste opdracht. Het voeden van de bodem met de resterende nutriënten, sporenelementen en de organische stof die het loof nog in zich draagt voor het opvolgende gewas in het vruchtwisselingsschema van de akker.
De open klapper voor de trekker is zodanig ontworpen dat deze niet volloopt met grond en loof. Vier roterende assen met elk 2 messen klappen een volledig uienbed. De rooimachine achter de trekker rust op een geveerd boogie-systeem met twee steunwielen en een brede bedrol. De vering zorgt voor een constante druk op deze rol, wat voorkomt dat zeefgrond ervoor opschuift. Door deze boogie valt de grond terug door de zeefmat tot een vlak en vast oppervlak waarin de gerooide uien niet wegzakken. Zo kunnen ze optimaal in het zwad drogen. Ook de aanhangende grond droogt zo verder op en is bij het opladen veel beter uit te zeven. Aan het einde van de dag zullen er zo’n 1.500.000 kilo nieuwe Nederlandse uien liggen te blinken in de zon.
Een goede uienoogst is een optelsom van jarenlange harde arbeid, toewijding en investeringen. Het is het resultaat van een complex proces dat begint met het selecteren van de juiste grond en het planten van de juiste zaden. Het eindigt met de oogst van een nieuwe generatie gezonde en hoogkwalitatieve Nederlandse uien die de naam Holland Onions mogen dragen.