The Fellowship of the Holland Onion - deel 5 -

In het vijfde deel van The Fellowship of the Holland Onion, getiteld het Verwerkingsseizoen vervolgen we de levensreis van de nieuwe Hollandse ui. We zien door de ogen van uienteler Co van den Dries dat zich in de afgelopen maanden een stille transformatie heeft voltrokken. De destijds nog groenige uienbollen vormen nu een imposante, goudgele berg consumptie uien. Maar ook nu de uienoogst in diepe rust achter de planken ligt, blijft een Hollandse teler over zijn uien waken. Zo om de twee dagen loopt hij even in de uienbewaarschuur binnen en werpt hij een ui achterop de uienhoop. De duidelijk hoorbare plof bevestigt hem dat zijn uien nog altijd mooi droog zijn.

Na de eerste intensieve droogweken blijft het zaak geen vocht in de uien te krijgen. Vliegjes boven de berg of een afwijkende geur kunnen hiervoor signalen zijn. Maar ook als de RV (relatieve vochtigheid) na het drogen niet rond de 70% stabiliseert, wordt het tijd voor een grondiger inspectie.

Het knisperende geluid van de buitenste uienrokken is dan altijd een welkom teken. En zoals het een geroutineerde uienteler betaamd, graaft Co een armlengte diep in zijn uienhoop om te kijken of de uien daar er hetzelfde uitzien. Hij snuift gelijk diep of er geen muffe fusariumlucht meekomt, een gevreesde boosdoener die zijn partij uien danig kan besmeuren bij het uitschuren. Hij rolt voorzichtig de uienstaart tussen duim en wijsvinger heen en weer. En omdat het weer zo’n ouderwetse schimmelzomer was, peutert hij ook een paar nekken open om te checken op koprot.

 

Een Hollandse teler snijdt ook met regelmaat een van z’n uitjes door. Bij twijfel over het droogproces laat 'ie een doorgesneden uitje soms liggen om later te kijken of de uienringen los zijn komen te liggen. Een belangrijk signaal, want dan droogt het product nog altijd goed. Maar te droog is ook weer niet goed, want dan laat de Hollandse ui al zijn rokken los en dat zogenaamde ‘kaalvallen’ scheelt behoorlijk wat kilogrammen bij de eindopbrengst.

Eindopbrengst
De eindopbrengst wordt uiteindelijk pas echt vastgesteld bij het belangrijke moment van tarreren op het erf van de koper. Het tarragewicht (niet-bruikbare gewicht) wordt dan als een vast percentage van de uienpartij vastgesteld tussen teler en verwerker. Om goed te kunnen tarreren, vindt er altijd een voorbemonstering plaats op drie momenten tijdens het lossen van een trailerpartij uien.

Uitraaptarra
Nieuw is het begrip uitraaptarra. Dit zijn alle bestanddelen die er tijdens het verwerkingsproces met de hand – of via camera’s – uitgehaald worden. Dat zijn uien die niet intact zijn, kale uien (meer dan 10% vlezige rokken zichtbaar), vreemde bestanddelen, vorst- en hagelschade, onvolgroeide uien, dikhalzen (bouten) en zaadstengels, zonnebrand, misvormingen (waaronder schot), aantasting door ziekte of parasieten, kluiten en overige afwijkingen die niet tot klasse 2 behoren.

 

Nadat de laatste uientrailer gelost is, arriveert uienteler Co op het erf van de uienverwerker. Keurmeester Remko en Co doorlopen samen zorgvuldig het proces van tarreren. Het tarrapercentage wordt vastgesteld op 3,8% en Co ontvangt bovendien een eerlijke en reële prijs. Zijn partij gele uien past perfect bij de kwaliteitsambitie van de Holland Onion.

Geniet van het nieuwste deel van The Fellowship of the Holland Onion.

Vorige afleveringen gemist? Klik dan hier.

degbesfrnlpt